Opa’s tekst zoals hij die voorlas tijdens de crematieplechtigheid.
6 oktober 1995 We woonden nog in Boekelo. Toen ’s morgens 5 uur de telefoon ging. Met Nico, we hebben een zoon en hij heet Sjoerd. Ons eerst kleinkind was nachts geboren.
Sjoerd, een mooie naam. ’s Morgens op naar de Loudonlaan om het wonder te bekijken en te beleven. Een prachtige baby, gelukkige ouders. Oma en opa, toen nog 14 jaar jonger. En Sjoerd was 14 jaar ouder toen zich het ergste in ons leven voltrok. Maar wat hebben we als grootouders in die 14 jaar veel plezier beleefd met Sjoerd, logeerpartijtjes, met het treintje Boekelo Haaksbergen, later natuurlijk ook met Anouk en Lotte. Sjoerd’s grootste pret was om met oma op de rails te lopen, in Boekelo.
Waar hij een oprechte hekel aan had was het carnaval in Boekelo. Te veel lawaai. Veel te veel. Kom opa , dan gaan wij naar het bos, zei hij dan. Wat een fijne tijd, wat een plezier beleefd met Sjoerd en de andere kleinkinderen. Tot begin 2009 die verschrikkelijk ziekte zich openbaarde. En het leek zo goed te gaan, maar toch helaas en waarom? Mensen zijn altijd goed in het stellen van vragen waarop geen antwoord mogelijk is.Maar wat heeft onze Sjoerd tegen de foute cellen geknokt, en wat heeft hij in laatste maanden voor de mensen die hem lief waren, zijn ouders, familie en vrienden nog veel betekend. Tot hij de strijd op moest geven.
Lieve Sjoerd, we nemen nu afscheid van je. Je zal altijd, altijd heel dicht bij ons blijven. Niets kan ons scheiden. Dag lieve jongen.